Verklaring van de risicoklassen voor beleggingsfondsen


Algemeen


De risico's worden in klassen ingedeeld op basis van de standaardafwijking tussen de maandelijkse returns uitgedrukt in euro.


De standaardafwijking is een statistische maatstaf die de spreiding rondom een gemiddelde meet. De standaarddeviatie voor een fonds geeft weer hoe rendementen in een bepaalde periode van elkaar varieerden. Beleggers gebruiken de standaarddeviatie over een bepaalde periode als maatstaf voor risico die vervolgens weer gebruikt kan worden om te voorspellen in welke range toekomstige rendementen waarschijnlijk zullen voorkomen. Wanneer een fonds een hoge standaarddeviatie heeft, is de voorspelde range breder, wat een hogere volatiliteit impliceert.


De risico klassen worden als volgt gedefinieerd:


Klasse 1: de standaardafwijking ligt tussen de 0% en de 0,5%

Klasse 2: de standaardafwijking ligt tussen de 0,5% in de 2%

Klasse 3: de standaardafwerking ligt tussen de 2% en 5%

Klasse 4: De standaardafwerking ligt tussen de 5% en 10%

Klasse 5: de standaardafwijking ligt tussen de 10% en 15%

Klasse 6: de standaardafwijking ligt tussen de 15% en 25%

Klasse 7: de standaardafwijking ligt boven de 25%


Er wordt een periode van vijf jaar voor opgesteld als maatstaf.



Dakfondsen:

Omdat een dakfonds samengesteld is uit andere beleggingsfondsen wordt door de beheerder maandelijks de samengestelde standaardafwijking berekend samen met de evolutieve.



Betekenis


Met deze risicoklassen wordt de belegger geholpen, om het risicoprofiel te kiezen dat het beste aan zijn noden beantwoord.


De schaal is vooral een wegwijzer en is gebaseerd op resultaten uit het verleden, de soorten activa en de type van beheer.


Dit risicoschalen kunnen evalueren in de tijd en worden dan ook in die zin aangepast in de publicaties hier omtrent van het desbetreffende fonds.



Algemeen kunnen we stellen dat:


- Geldmarktbeleggingen minder risico's inhouden dan beleggingen in obligaties die op hun beurt minder risico inhouden dan beleggingen in aandelen.


- Spreiding over verschillende markten en types van activa het globaal risico binnen de portefeuille vermindert.


- Dakfondsen door de aanwezigheid van verschillende beheerders in de samenstelling een lage risico genereren dan fondsen uitgegeven door één beheerder.


- Fondsen met een agressieve managementstijl meer risico bevatten dan fondsen met een conservatieve managementstijl.


- Fondsen die investeren in andere deviezen dan de eigen referentiemunt meer risico inhouden.


- Dakfondsen beter kunnen geëvalueerd worden door het bepalen van de risicoklasse van de fondsen waar ze in investeren dan door ze te beoordelen in functie van de traditionele activaklassen waartoe ze behoren.


Share by: